Velen zien Kerkrade als een stad, maar in mijn jeugd was het een dorp en voor mij is het dat nog steeds. Het leven werd gedomineerd door de mijn. Ooit begonnen de monniken van Rolduc met de winning van de steenkool en rond 1900 nam de staat het over…Je rook de mijn, je hoorde hem en de zwarte stof was overal aanwezig. In de winter werd ik ’s ochtends vroeg vaak gewekt door koempels die de vroege dienst gingen draaien. Ik stak mijn hoofd onder het gordijn om ze na te kijken. Mannen in blauwe werkkleding, met d’r pungel (een ouderwetse blauw geruite droogdoek, de punten aan elkaar geknoopt, waar het brood en de tinnen drinkfles in zat) druk pratend en lachend op weg naar hun werk. Even later kwam de nachtdienst dan van de andere kant, stukken stiller, moe gewerkt en hun gezichten nog zwart van de mijn. Iedereen werkte er of leverde aan de mijn en anders was je een van de notabelen van het dorp. Dan was er ook nog een kleine groep middenstanders. De melkboer en de groenteboer kwamen gewoon langs de deur en schreven de bestelling op in een klein boekje met een potlood dat weer achter het oor opgeborgen werd zodra alles genoteerd stond. Eens in de zoveel tijd werd er afgerekend, meestal als de mijnwerkers hun geld gekregen hadden. Dan waren er de kolenboeren die iedereen van steenkool voorzagen zodat de kachel thuis kon blijven branden. Per zak werd de kool van de achterklep afgehaald en door het kelderraam naar beneden gestort. Later werd dit overgenomen door kiepauto’s zodat de kolenboer iets langer plezier beleefde aan zijn rug. Het was een hechte gemeenschap en menig vader nam zijn eigen zoon voor het eerst mee naar beneden, want de mijn was de enige bron van inkomsten in die tijd. Er werden speeltuinen aangelegd door het bedrijf en onderhouden door oud mijnwerkers. Sinterklaas feesten georganiseerd door de mijn. Elk aspect van ons leven had wel iets met de mijn te maken Mijn vader werkte ook in de Domaniale , niet ondergronds, maar bovengronds als mijnmeter en als om 12 uur de sirene ging die de middagpauze aankondigde stonden mijn jongere zus en ik menig keer bij de grote poort te wachten tot hij die grote donkere tunnel uit kwam lopen. Een heel enkele keer zag hij er ook uit als alle andere “Koelpiette”, dan was hij ondergronds geweest. Kolenstof ging overal inzitten en het gaf niet welke zeep je gebruikte en hoe hard je ook schuurde, je kreeg het nooit helemaal weg. Het zat in elke porie. Het sluiten van de mijn heeft onze gemeenschap in die jaren danig ontwricht, al kan ik me daar zelf niet zo veel meer van herinneren. Mijn vader ging met vervroegd pensioen, maar omdat hij nog niet echt oud was en er nog een aantal kinderen moesten gaan studeren is hij zelf op zoek gegaan naar ander werk en dat had hij gelukkig ook al snel gevonden. Vele gezinnen trokken weg om elders te gaan werken en dus namen wij constant afscheid van vriendinnetjes In een kast thuis liggen nog rollen met films die mijn vader gemaakt heeft en een daarvan laat zien hoe zijn geliefde mijn stukje bij beetje gesloopt werd. Vergane glorie verwoest..straks voor altijd vergeten. Mochten jullie ooit eens tegen deze LP of CD aanlopen dat neem eens de tijd om er naar te luisteren. Het brengt mij terug naar een tijd die vele van jullie nooit zullen kennen en zelfs voor mijn eigen kinderen is dit al geschiedenis
Prachtig!
Mijn vader had deze lp’s allebei (en dus luisterde ik er er als kind al naar)
Heel mooi, ontroerend en grappig.. de teksten kan ik nu nog verbatim nazingen.
De Domaniale Mijn wordt niet vergeten, kijk maar eens op mijn website http://www.domanialemijn.nl.
Mooi stuk over de Domaniale.
Mijnmeters een reuze vak